104 «Dat 's vriendschap zonder wedergaê,» zegt hij «Nog hooger(zoo dit kan) stijgt hij bij mij in waarde »En 'k voeg voortaan een dubbel deel daarbij »Voor hem en voor zijn vriend voor wien hij 't spaarde.» De brave man hield woord, en—'t Zwijn 1 Liet zich niet onbetuigd om 'sLangöors gast te zijn, Kwam voortaan in 't gezigtnu vroeg'ren schroom ver- Des meesters, daaglijks om zijn beten. (geten, Is 't wonderdat nu 't Zwijn den Ezel meer en meer, Tot vriend hield en hem zocht langs allerhande wegen Bevreemd U dit? zeg mij, waarin toch kan 't verkeer, Yan 't Zwijn wel anders zijn gelegen? Dan, wat gebeurt? de goede meester sterft, En de Ezel ziet zich dra door iedereen verbannen. Zoo iemand dan voelt hij al 't wigt van wat hij derft, Nu hij meedoogeloos omringd is van tirannen. Eén troost blijft hem nog bij hoe gram het lot ook woed', Hem rest een vriend van vroeger dagen Aan hem wil hij zijn leed slechts klagen, Die hem getrouw zal zijn in voor- en tegenspoed. Zoo dacht hijmaar ook 't Zwijn doet niets meer van zich weten. Het heeft zich overtuigddat 's Langöors schrale disch Geen spoorslag voor hem meer tot verdro vriendschap is Wat zwarigheid hem te vergoten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 222