Hoo ?aak zien we in 't maatschap'lijk leyen
Den mensch door domheid blind, den Ezelen gelijk;
Maar ook hoe menig Zwijn zich wroetend in hot slijk
Door Ezels voortgestuwd, ten top van eer verheven
Steeds iedre weldaad door ondankbaarheid versmaan.
Verspil, wat ik U welgemeend mag raan,
Niet langer, Ez'len-rï] de gaven U gegeven
Maar denk aan 't Zwijnen-rasdat, bij den keer van 'tlot,
Met uwe dwaze gulheid spot,
Daar vuig belang alleen het doel is van zijn streven.
Zierikzee
Mei 1841.
J. T. Bethe.