113
geschikt voorkomt, af tewij ken van de wijze van bijdragen,
hiervoren snb. n.° 1 vermeld, en ten hunnen aanzien bij
zondere verordeningen intevoeren, mits overeenkomende
met de beginselenbij dit reglement aangenomen.
Men ziet dusdat van de deelnemers niets gevorderd
wordtdan eene gedurende de werkmaandente be
zorgen wekelijksche bijdrage, die men, in vergelijking
van het gene daarvoor verkregen wordt, uiterst gering
noemen kan; dat deze bijeengebragle gelden gedurende
de meest knellende winterweken bij wckolijksche toe
lagen met winst worden teruggegevenen om de deel
neming aannemelijk te maken, aan de leden eenige
geldelijke en andere voordeelen zijn verzekerd die niet
missen kunnen van gunstige uitwerking te zijn op den
welstand en de zedelijkheid der huisgezinnen.
Het lag echter in den aard der zaak dat eene wel
dadige inrigting als dezo niet konde worden tot stand
gebragt en gunstig werken ten zij de Commissie ecnig
fonds ter harer beschikking had, of verzekerd ware
van jaarlijksche bijdragen waaruit het meerdere dor
winteruitkeoringen en de verdere geldelijke ondersteu
ningen zouden kunnen gevonden worden. De Commissie
bekwam daarom de magtiging, om zich ten dien einde
tot hare meervermogende stadgenooten to wendenen
ofschoon het heilzaam doel dezer onderneming iets beters
had doen verwachten hadden toch hare pogingen in
dezen het gevolgdat zij geholpen door een renteloos