119 Welk eencn gczegenden invloed zoude toch deze inrig- ting kunnen uiloefenen; hoeveel opbeuring zoude dezelve aan de talrijke huisgezinnen der lagere standen, waar voor ze bestemd is, kunnen aanbrengen niet alleen in dien vele werkbazen en landbouwers het opgegeven voorbeeld navolgden, en hunne werklieden cn arbeiders tot de deelneming aanspoorden, en daarin door het inhouden der bijdragen behulpzaam waren maar ook indien de meergegoede ingezetenen hunnen invloed bezigden, om zoodanige personen, die van hun af- hanglijk zijn, als eene voorwaarde hunner bescher ming of weldadige liulpbetooningde deelneming in deze vereeuigiug stelden, die zich daarom zoo guustig boven vele inrigtingen van weldadigheid onderscheidt, omdat hier niet de ledigheid en luiheid wordt inde hand gewerktmaar de spaarzaamheid aangemoedigd en be loond wordt; terwijl de zoo ter goeder uur te doene teruggave der ingebragte gelden de bewustheid met zich brengt, dat dezelve niet zijn afgebedeld, maar do vruchten zijn van eigen vlijt cn zuinigheid! Zoude men wel iets kunnen begunstigen en bevorde ren dat zoo veel zelfsvoldoening oplevert Zoude de weldadigheid bevorderende rijke wol elders mot meer woeker zijne giften kunnen plaatsen, dan tot schra ging en uitbreiding dezer inrigting? Wij gelooven het naauwelijks, cn voegen er alleen den wensch bij dat de Commissie van bestuur door bijdragen van cdel- denkende mcnschcnvricnden meer en meer moge worden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 237