140
uw verstand aanraadttoevlugt te nemen tot de kracht
der Rede.
.Beklaagt gij Udat uw driftig temperament geene
verongelijking, geene terging, geen weerstreven van
uwen wil duldt, en dat het gedrag van anderen mitsdien
uwe drilt wettigt; ongelukkige! bedenk toch, hoe vele
uren van gelukzaligheid gij wegwerpt om cene beuzeling
om een woord of daad van uwen broeder, die niet eens
voornemens was te grieven of te miskennenveel min
der, om U te tergen. En geldt dit alles niets bij U,
om uwe drift in te toornen, o, verwijder U dan uit do
maatschappij van menschen en verberg in eene woes
tijn; wautweet, dat alles, wat zóó hevig doet opbrui
sen, even weinig uit die maatschappij te weren is, als
gij kunt verwachtendat de hemel boven U altijd zonder
wolken zal uitgespannen zijn, en dat dit mede behoort
onder de distelen en doornenwaarmede elk levenspad
bezet is. Hebben dan al anderen U onheusch bejegend
en gepoogd uwe drift op te wekkenherinner U dau
aan en volg het voorbeeld van Diogmbs. Toen deze
wijsgeer eens eene openbare redevoering hield over den
toorn en de gramschapspuwde een onbeschaamde moed
willige hem in het aangezigt. Ten gevolge daarvan een
poos zwijgende, meende men, dat dit hem vertoornde
en bedroefde; doch hij antwoordde: neenik ben niet
driftigmaar ik neem in overwegingof ik het zal
worden.