XXXVI. Dit verschijnsel is in onze gewesten het laatst zigtbaar geweest den 5junij 1761 Later, den 3 junij 1769, heeft men het tot nog in de zuidelijke helft der Aarde waar genomen; en nu zal het niet voor den 8 december 1874 zigtbaar zijn. Ook deze is evenwel slechts inAziewaar - te nemen, maar de volgende, den 6 december 1882, zal voor het grootste gedeelte door do dan levende be woners dezer landen met goede kijkers kunnen waar genomen worden. Voor do sterrekundigen is dit ver schijnsel zeer belangrijk omdat het een uitstekend hulpmiddel aanbiedt ter bepaling van onzen afstand van de Zon waarom ook de Engelsche regering in der tijd eenige geleerden naar het zuidelijke halfrond heeft ge zonden ,om den laatsten voorbijgang van ^etius in 1769 waar te nemen. James Cook was de bevelhebber op dezen togl; hij deed bij die gelegenheid zijne eerste reis om de wereld. In tijd van aswentelinggrootte en digiheid komt Tr'.mis ongeveer met de Aarde overeen. De planeet is mede zeer bergachtig en ontvangt van de Zon bijna twee maal zoo veel licht en warmte, als wij. Ouzo Aarde volgt nu in de reeks van de Zon af ge rekend. Zij heeft van deze een afstand van omtrent f 21 millioonea mijlen. Zij doorloopt hare 130 miltioenen mijlen lange baan in 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 51 seconden. Dit maakt de lengte uit van ons jaar; men rekent het 365 dagen en heeft dus de overige

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 46