J.II. is ons even onbekend, als waartoe zij dienen. Hunne oppervlakte is helderder en witter, dan de planeet; maar de meening dat zij dienen zouden om het licht der Zon, even als de Manen, op Salurnus terug te kaatsen wordt door den stand derzelver ton opzigte van de onderscheidene gedeelten der hooldplaneetwan neer het dag of nacht is volkomen wcderlegd. Gjililhï zag de uitsteeksels van den ring het eerst in 1610. Onze bovengenoemde beroemde landgenoot Huijgjsss, verklaarde het verschijnsel het eerst voor eenende planeet omgevenden ring en sedert hebben naauw- keurige waarnemingen de wetten van zijne ziglbaarheid en verdwijning met juistheid doen kennen. Sahirttvs was tot op het jaar 1781 de buitenste planeet van ons Zonnestelselmaar de meer door ons genoemde slerrekundigeHEBscuELzagop den 13 maart vandatjaar tusscheu de sterrebeelden van de Slier en Tweelingen met zijn teleskoop eene ster van schijfvormige gedaante hoedanige men zelfs met de sterkste vergroolingen bij geene vaste sterren waarneemt. Bij nadere en voortge zette opmerking bemerkte hij haren voortgang onder de sterren, en erkende haar al spoedig als eene pla neet, wier gemiddelde Zonsafstand bijna 388 millioenen mijlen bedraagt, en die tot eenen omloop om de Zon 83 jaren 274 dagen 8 uren en 38 minuten besteedt, zoodat de planeet nog geenen vollen jaarlijkschen om loop gedaan heeft na den tijd harer ontdekking. Hare

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 62