LIX. met welke hij den 17 in zamensland is, en gaat m het laatst der maand een groot half uur na dezelv* onder. Fmus gaat in het begin der maand ongeveer een uur roor.de Zon op, en staat dus als morgenster aan den oostelijken hemel. De planeet nadert echter do Zon meer en meer, en gaat in het laatst der maand, koit voor dezelve op en onder. Mars gaat des avonds tusschen 8 en half 9 ure onder. Jupiter staat te digt bij de Zon om waargenomen te worden. In het laatst der maand is hij 's morgens, kort voor Zonnenopgang in het Zuid-Oosten te zien. Saturnus staat iutgelijks digt bij de Zon, met welke zij den 27 december van het vorige jaar in zamenstand is geweest. Februari). Mercurius bereikt den 15 zijnen grootslen afstand ten Oosten der Zouen gaat dan drie kwartier uurs na haar onder. Fenus staat achter de Zon en haar te nabij om gezien te worden. Mars blijft een paar uren na de Zon op- en onder gaan zijnde dus alleen des avonds in het Westen te zien. Jupiter komt des morgens vroeger op; in de helft der maand des morgeus ongeveer 5 ure. Saturnus staat digt bij Jupiter. Maart. Mercurius is de Zon zoo veel genaderddat hij den 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1842 | | pagina 69