geene onmogelijkheid is on het tegendeel niet blijkt,
doch dat er toen reeds Victorinnen geweest zijn is on
mogelijk omdat die orde Tan den Heiligen Victob eerst
in 1114 is ontstaan. Er kunnen dus in de 10.c eeuw
geene Victorinnen in Zeeland zijn gekomen. Het blijkt
nu rerrolgens, dat do Nonnen yau Mechelen toen zij
de regelen der nieuwe stichting Tan Yictob yernomen
hadden, deze hebben aaugeuomen 't welkzoo als men
uit Gbammaije zou opmaken, niet voor tegen het midden
der 13." eeuw geschied is. (-{-) Nu zouden de Bieselingsche
Nonnen gesteld dat zij reeds vóór dien tijd uit Mechelen
herwaarts gekomen waren, wel het Toorbceld der Mechel-
schen hebben kunnen gevolgd hebben om den naam Tan
Victorinnen aantenemen, doch, ook nog zonderop andere
redenen te letten, is het waarschijnlijker, dat zij als de
FitüBT Hist. Ecclestoml4, p. 177. De Augustijner
Monnikenordendie in eenig verval warenwerden bij het
aannemen van deren nieuwen naam tot eenen nieuwen en
Jtrengen regel gebragt.
Gbammaijë in zijne Antv. antiq., p. 13 zegt: dat de
Victorynen bepaaldelijk Nonnen genoemd werden. Zij hadden
een klooster JIabgabetha of Ter Nonnen, bij Antwerpen,
't welk (vóór het Mechelsche den nieuwen regel aannam)
gesticht werd door Mabgabetha, dochter van HuitDRiKlI. Doch
deze Nonnen zullen welligt alzoo naar Mabia Victbix .ge
noemd zijn.