lO.'eeuw gebouwd zijnde, ongeveer 300jaren lang buiten
het gebouw bijna geengronds zou gehad hebben De
cenige uilgang, die het klooster had, liep op Maelstede
uit en staat op den overloopcr bekend als de kloosterdreef
tot do poort. Die dreef is niet begrepen in de genoemde
gift, en was dus reeds het eigendom des kloosters, ran
Maelstede afkomstig. Maelstede was slechts weinige jaren
te Toren in 't begin der IS.' eeuw gestichtwelks stichter
uit Vlaanderen was gekomen Het klooster kon dusToor
dien tijd niet in zijne heerlijkheid die nog niet als zoo
danig bestond zijn gebouwd. De zinsnede iu het stuk:
in mijne heerlijkheid gebouwd op denzel/den grond
tussclien voorschreven grenzendoet derhalve aan eene
kortelings geledene slichting denken, welke met de toe
stemming van den heer van Maelstede geschied zal zijn.
Deze nu na de voltooijing van het gebouw overtuigd
van de geschiktheid der Nonnen (welke hij had kunnen
leeren kennen) voor liet doelwaartoe zij hier gekomen
warenen waaraan men hier behoeite scheen Ie hebben
begiftigde het klooster met zijne best gelegene landerijen
welke gift alzoo hem wel tot den welmeenenden be
schermer des kloosters verhief. Spoedig daarna steeg het
in bloei en vermogen door begifligingen van andere
Dergelijk bewijs voor de stichting van het klooster Bethle
hem niet voor op 't eind der 12.«eeuw heeft Dbesselhpis aan
gevoerd. (Z. Vólks-Almanak, 4ejaargang, bladz. 21).