voor 50 Nonnen),dat het nooit met schulden is bezwaard geweestgelijk de meeste kloosters ook in Zeeland soms waren Ook dit kan tevens tot bewijs worden aangevoerd voor het goed beheer der goederen en het zedig gedrag der Zusters. Ook hiervan zullen wij iels kunnen zeggen. Want wij willen nu overgaan om hetgeen wij uit ver spreide stukken aangaande het nut en den invloed van dit klooster gevonden hebben te vormelden. Gelijk wij reeds aanstipten, zoo was er ook in Zuid- beveland toen ter tijd behoefte aan zulk eene instelling. Vele edelen aldaar, die den graaf wegens hunne leen goederen verpligt waren te dienen, moesten, als zij op geroepen werden antwoordendal zij te arm waren,om een paard te houden. Zulke hceren voeren wel eens ter kaap of namen elders dienst. De ongehuwde dochters van zulke edelen vonden dan in het klooster eene goede wijkplaats. Ol men nu dezer afzondering van de wereld wier genot haar ontzegd was, wel zoo hoog aanschrij ven, het eene gelofte van vrijwillige armoede noemen of met den naam van ware vroomheid bestempelen mag, betwijfelen wij maar om nu om deze reden van zich den Hecre te heiligen, de zaak in alles aftekeuren zou mede niet billijk zijn. Uit het oogpunt van tijdelijk en maatschappelijk belang .kunnen wij de noodzakelijkheid ook van dit klooster beschouwen. In die meer ongere gelde tijden, kon de invloed van dezulken, die een geregeld leten leiddenheilzaam zijn. Wij willen nu niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 128