21 uitweiden over het nuttige voor die adellijke Zusters zelve maar gclooven ook dal zij wel iets goeds naar builen zullen gewerkt hebben. Volgens den door haar klooster aangenomen regel, welke door do orde van Victor op nieuw was in 't leven geroepen, waren zij verpligt niet alleen op heilige oefeningen voor zich zeiven zich loeteleggenmaar ook op wetenschappelijke zaken en handenarbeid en daarin ook anderen opteleiden. Wij vinden nu iu 't algemeen vermeld, dat do Bieso- liugsche Wonnen aan haren regel getrouw waren en dat daarom haar klooster begiftigd word op dat zij gelijk graaf Fi.oris V, 1276 het uitdrukt, te ijveriger in hare goddelijke pligten zouden zijn (ut adeo ferven- tius divino officio insudare elaborenl). Dit moest zich nu wel uitstrekken tot mildadigheid jegens armen, het maken van kleedcren voor hen, het verschaffen van gereedschappen en hetgobruik leeren maken daarvan, of het vermeerderen van de inkomsten des kloosters tot genoemd doel zou zeer zonderling geweest zijn. Want tot bidden en andere heilige oefeningen van missen enz. heeft men geene aardsclie goederen noodig, of de Bie- selingscho Wonnen zouden zoo behoeftig geweest zijn, dat zij door arbeid iu eigen nooddruft moesten voorzien en alzoo in heilige oefeningen belemmerd werdendoch daartoe was haar klooster toen reeds te veel begiftigd. Hoewel men zulke daden van bidden enz. nietonbeloond Fleokij t. o. pl.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 129