33 is en zij zonder Tormheiliglieid en ligchamelij ke oefening die volgens de schrift lot weinig nut is die godzaligheid kan leeren betrachtendie tot alle dingen nut is. Moge men liefdadigheid bij kloosterinrigtingen bovenaan stel len en onder dien schijn den grond leggen tot al het overigewij meenen, dat er ook Zusters der barmhaitig- heid in den huisselijken kring gevonden worden welke voor de maatschappij nuttig werkzaam zijn. Aan de Zeeuwsche vrouwen mag hieromtrent een vereerend ge tuigenis worden gegeven. Ook zal men in gast- of zieken huizen wel geschikte krank verzorgsters kunnen beko men voor wier opleiding het echter wel te wenschen ware, dat in ons land eene inrigting bestond, zoo als er eene te Xaizersuieerdt is. Dit een en ander meenden wij niet geheel ongepast onder de aandacht van 't publiek te brengen. Wij heb ben ons wel bovenal bij het oude en verouderde bepaald maar het kan in onzen tijd zijne nuttigheid hebben, dit aantewijzen ,en wij meenden daarbij niet uit het oog te hebben verloren, wat van Hküsde in zï^ntnPolijbius zegt: «Iedere eeuw heeft hare eigene behoeften, die zij te vervullen trachten geen schrijver verdient gelezen te worden, die niet voor zijne eeuwop welke wijze dan ook, zoekt werkzaam en nuttig te zijn. Wij trachtten het te doen meer van de negatieve zijde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 141