I'll
lei ug ziende op hot verhandeldeeindigen wij met
de woorden van onzen Feith.
De mensch is niet bestemd om eenzaam omtedolen.
Al 't goede ligt in hem maar 't ligt in hem verscholen.
Be ontwikkling van zijn geest, 't geluk, dat d' aard' hem
Vindt hij in zich alleenbij al zijn pogenniet.
Hij kan geen zeekren trap van grootheid hier bestijgen
Geen deugd, geen wijsheidgeene ervaring ooit verkrijgen,
Niet moedig naar het wit van zijn bestemming treên
Dan in verkeering met de menschen om hem heen.
Zijn kracht schuilt in hem zelf! maar, wat zijn stand hier zij,
De ontwikkling van die krachtis 't werk der Maatschappij
Goes
mei 1842
D.r E. B. Swaapz.
- 131
bLi
jf,7
d al iioilduq j' j:s, tjj3a;
iia/aoahiio Js,i jpj 1*.
- J! 3 Jlijis IsfjJ 11 ,'.liO «i
'8 'Vi;' is lnw,u»ioh», 3
i> >u ;Jii wiioa o
i.'(t li lil-;,; i
U .Ujis o! giiMia na t.,
objjx ••VdilSJJOtt oh tt*t )0b ot
ii J