3, De schittrende straalkrans Der rijk vergulde stijltjens Die in uw kartjen fonkelt, Dat is de heiige beeldtnis Yan 't reine vuur der liefde. Het wazig purperblosjen Dat op uw bladkroon wemelt, Dat is de heiige beeldtnis Der alvermuwbre teêrheid, Die in den boezem huisvest Waarin de liefde zetelt. Het glansend groene loover Dat schuchter tusschen 't kransjen Yan lachend purper heénspeelt, Dat is de heiige beeldtnis Yan de onverstoorbre hope Der hechte trouwo liefde. Datlievezachte rozen Dat is 't geheim vermogen, Dat met een zoet getoover Mij immer onverzaadlijb In uw nabijheid trekt. Bloemendaal, junij 1842. D. Dorbeck Tnz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 157