na het water tusschen st. Phiiipsland en Duireland door waad en dit laatste eiland bemeeslerd te hebben onder den oversten Mosduagos op den 1." October van dat jaar, over de Gouvve, nu het Dijkwater genaamd, in Schouwen getrokken waren om de belegering der stad Zierikzee te ondernemen. Waarschijnlijk zijn de Kloostergebouwen, tijdens dit beleg door de Spanjaarden verwoest, en sedert allengs afgebroken en gesloopt; zeker is het, dat in den jare 1579.de steen en puin der vervallen kerk aan de zee weeringen van Drcischor gebruikt zijn. De landerijen en andere bezittingen aan dit Klooster behoord heb bende zijn, met het eindigen der Giaullijke regering, dofr de Staten van Zeeland aangeslagen en sedert verkocht, of in erfpacht uitgegeven. Op hel laatste der achttiende eeuw was er niets meer van over, dan een gedeelte van den buitenmuur, met nog eenige llaauwe keuleekens der Kloosterbrouwerij vijftig jaren vroeger was er nog een stuk van den kerktoren met eenige grondvesten der kerk ziglbaar; (f) doch thans is er niets meer voorhanden dat de herin nering aan dat aanzienlijk geslicht kan verlevendigen; de wandelaar, die thans zijne schreden rigt langs den Men kan over deze gebeurtenissen raadplegen den Zeeuw- schen Yolks-Almanak voor den jare 1838, bladz. 135 en volg. Ebmsbiss, Oudheden van Schouwen, bladz. 143 en volg. vak db Vlldk, Tweehonderdjarig Jubelfeestbladz. 40.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 165