I lASDSCHAl'S-SCHIlDERIHC. I. •or ir.i; 1)111.1 II) VE2.DZIGT. Aanminnig plekje! 'k ruil n yoor geen' troon, Met schittrend gond gesierd en met damast omhangen, Aan u is 't hart gehecht, gewijd zijn u mijn zangen; Want moer dan 's Vorsten zetel zijt gij schoon. Hoe steekt, met majesteit, het zwaar geboomt" Daar vóór me, in 't ver verschiet, zijn' trotsche kruin (ten hemel En schudt en wiegt en buigt in een gestaag gewemel, Wanneer de westenwind langs de akkers stroomt. En aan den voetin 't hagelwit gewaad, Met rozenrood doormengd, een ander blocijend eden, Een ranke bruidegom, die om beminde leden, Geroerd ran zinzijn' minnende armen slaat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 167