EIECTRA'S ECHTGENOOT.
[Vrijt navolging van Eubipides Electba vs. 1-76.)
De MycENiëR.
Ginds rolt ge uw golven voort, owijd boroemde stroom,
Naar Ijtachus genoemd, die eertijds van uw zoom
Vorst Agamemaoh met zijn talrijke oorlogsbenden
Het weeinlend kielenheir naar Ilium zaagt wenden.
Hij keerde, en 't was uw zoom, waar ook de blij maar klonk,
Dat 's vijands stad door zijn beleid in puin verzonk.
Hij keerde juublenden het heiligdom der Goden
Zag 't beste deel des buits ten offer zich geboden.
En toch 't geluk ontweek hemaan zijn eigen haard
"Was hem van 'tvuigst verraad een droeve dood bewaard
Door Clttemkestba's list en van Aegisthes handen
Die nu als Koning heerscht in Agamemsoss landen
En voortleeft mijn zijn ga, de dochter van den Vorst,
Die in 'tSpartaanscherijk den schepter heeft getorscht.
Toen hij ten strijde trok om Troje te verdelgen.
Liet hij Elects a en Obestes, bei zijn telgen,
Een handwerksmanaan wien de Grieksche Prinses
Elïctra tot vrouw gegeven was.