bloodheiddo toejuiching ran anderen, of vaneen dom gemeen, niet bytevallen en te ondersteunen: want, zijt gij daartoe reeds te blovdehóé zult gij dan handelen wanneer een vriend U een gebrekkig opstel voorleest, en uw oordeel daarover inroept? Of, hoe zoudt gij ooit durven bestaan, misdrijven, zelfs ouder uw oog begaan, te bestraffen Of is het niet aan het verwaarloozen van dit middel toeteschrij vendat wij ons dikwerf laten belemmeren inde keuzo van het nuttigste en beste, ook ten opzigtc van onze gewigligsle belangen? Zoo, bij voorbeeld bedienen wij ons soms in eene gevaarlijke ziekte niet van den bek waarasteu geschiktslen door ondervinding wijs geworden geneesheer, wanneer een aanzienlijk, vermogend man ons, uit welke beweeg oorzaken ook, eeuen min kundigen aanbeveelt, omdat wij uit valsche schaamte den moed niet hebben ons boven zijne aanbeveling te vei heffen. Zóó vertrouwen wij uit dezelfde oorzaak de opvoeding en het ouderwijs onzer kinderen soms niet aan den braafsten en geöe- fendsten onderwijzer, omdat deze of gene man van ge- wigt ons aanzet, zijn voorbeeld te volgen, en onze lie velingen niet onder kinderen van gemengde standen, maar onder de leiding van éénen enkelen afzonderlijk te laten vormen, opdat zij zoo vroeg mogelijk hunne meerderheid boven, en onafhankelijkheid van anderen zouden gevoelen. Zoo opdat ik nog één voorbeeld aan- Jaale zoo moet er ten algemecnen nutte of behoefte

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 188