85 Tan den platten grond van het eiland Walcheren, ten jare 1829, bij de Gun,. .Abrahams uitgegeven. Is het dan bij zoo veel schoons en uitlokkends als de streek aanbiedt, te verwonderen dattoen het voor nemen,om een zeebad daarlestellen tot rijpheid kwam, de keuze der plaats voor het opterigten badpaviljoen niet zeer moeijelijk kon vallen? Het is op een der duinen, oostelijk en op een' slechts geringen afstand van Lomburg gebouwd en deszelfs bestaan verschul digd aan eene gilt van 'L M, Koning Willem I en aan do bijdragen van onderscheidene Middelburgers. De eerste steen is, op den 1." maart 1837, gelegd door den heer M.r J. J. Slicheu vak Dombciig. De kosten van den aanbouw effen making van den grond aanschaffing van ameublement en twee bad-koelsen hebben eene som van p in. f 12,000 bedragen; en het schijnt dat de inkomsten, uit het gebruik der baden en de huur van het paviljoen voortvlocijendo voldoende zijn, om de jaarlijksche uitgaven der iniigling te bestrijden. Het gebouw beslaat uit eene groote zaal, hebbende aan de zuidzijde eene kamer, ingerigt voor warme zee baden, benevens eene kamer voor den hofmeester; aan do noordzijde is een vertrek alleen bestemd voor zwakke of vermoeide badgebruikers. In de zaal heeft men het gezigt zoo wel van de zee als van het land. Van het terras ziet men do vuurtorens van West-Cappel en van Schouwen het dorp en't spitse

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 203