95
en deszeifs bctoekenis onbestemd geworden. (4) Wij
mecnen het eenigzins op zijne plaats te zetten, wanneer
wij zeggen, dat liberaal hij is, die, naar het ware en
goede strevendevrij is, immers zoekt te zijn, en vrij-
geziud die zoekt vrij te zijn van dwaling, vooropge-
vatte ineeningeu en dergelijke, en de vrijheid, welke
hij voor zich verlangt, gaarne aan anderen guntdie
niet vraagt, «wal is oud en nieuw?» of «wat is nieuw
en oud maar wat is waar en goed?» die de redenen
en bewijsgronden van anderen gelden laatwat zij gel
den kunnen en moeten, die het verdragen kan, dat
anderenvan wie hij zich verzekerd houdtdat zij
insgelijks naar waarheid streven, lot andere resultaten
komen, dan hij, die hunne gevoelens met gematigd
heid en bezadigdheid beoordeelt, en die wat hij als
waar en goed leert kennen waar hij kan en zoo veel
hij kan, op gepaste en waardige wijze voorstaat en
zoekt te bevorderen.
Zulk een bestaan, zulk eene handelwijze is, meen ik,
liberaliteit. Liefde tot de waarheid zucht en ijver, om
haar te kennen, onbevangenheid van oordeelbillijk
heid gematigdheidpassende verdraagzaamheid en
werkdadigheid in het ware en goede zijn er als de
Ik bezigde hier woorden uit het Rapport ter zake enz.
uitgebragt door cene daartoe benoemde Commissie bij de Alge-
mcene Synode der HervKerk in Nederland, enz., 's Graveo-
hage 1841 bladz. 13.