verre verheven gevoelt; maar wij immers M. H. niet
alzoo? Wij voor ons willen het daarvoor houden, dat
dezulken niet weten wat zij doen. Zij hebben de be
hoeften van den menschelij ken geest en liet monschelijke
hart niet gepeilden daarmede het Christendom niet
vergeleken. En onze ervaring heeft ons geleerd, dat
het den zoodanigen dikwijls of doorgaans, zoo niet al
tijd aan behoorlijke en regte kennis ontbreekten zij
niet zelden zeer bekro«ipene en ongepaste denkbeelden
van God en godsdienst hebben. Het is ook waarlijk niet
heel liberaal van hen, althans van sommigen hunner,
dat zij niet een weinigje meer eerbied hebben voor
helgene waarin duizenden hunne rnsthunnen troost,
hunne sterkte zoeken en vinden. Niet eenigzins ex
officioom dit woord te gebruiken maar met volle over
tuiging zeggen wij, datzoo iets wezenlijke en waar
achtige liberaliteit ademthet dan het Christendom is
wel begrepen en wel gekend, dat, zoo iets geschikt
iswaarachtige liberaliteit te bevorderenhet dan het
Christendom is, wel gekend en hartelijk beleden. Op
het gevaar af M. H. dat iemand mogt zeggendat ik
eene kleine predikatie had gehouden ,wil ik er dit bij
voegen. Beproeft alle dingen en behoudt het goede
als tot verstandigen wordt tot u gesproken die oor-
deelen moogt het gene gezegd wordt,» zoo spreekt het
Verg. Vit het Gedenkboek vaneen' Dorpspredikant,
bladz. 73.