TOAST. Dat Holland met zijn weiden prijk' En op zijn handel roemo Het gunne, dat zich Zeeland rijk Door nijv'ren landbouw noeme Kees Zeeland uit den waterplas, Op d'Oceaan veroverd; Hier pronkt het edelst veldgewas Dat ieders oog betoovert. Hier doet de Schepper der natuur Des landmans vlijt vergelden; De rijkgeladen korenschuur Ons Zeelands goudmijn melden. Ja Zeeuwsch gewest, dat bloeit en leeft Van akkers te bobouwen, Verhef u fierwant Holland geeft Zijn eeregoud in Schouwen. Dit toont wat Zeeland nog ontbreekt En wat wij hier behoeven Datwaar men elders lof van spreekt Men hier het durft beproeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 229