TOAST.
Dat Holland met zijn weiden prijk'
En op zijn handel roemo
Het gunne, dat zich Zeeland rijk
Door nijv'ren landbouw noeme
Kees Zeeland uit den waterplas,
Op d'Oceaan veroverd;
Hier pronkt het edelst veldgewas
Dat ieders oog betoovert.
Hier doet de Schepper der natuur
Des landmans vlijt vergelden;
De rijkgeladen korenschuur
Ons Zeelands goudmijn melden.
Ja Zeeuwsch gewest, dat bloeit en leeft
Van akkers te bobouwen,
Verhef u fierwant Holland geeft
Zijn eeregoud in Schouwen.
Dit toont wat Zeeland nog ontbreekt
En wat wij hier behoeven
Datwaar men elders lof van spreekt
Men hier het durft beproeven.