104 Ja, zijn er Telen naauwgezet Gehecht aan oude zeden; Dit goud getuigt, dat men hier lét Op wat de Treemden deden. Dit goud getuigthoe landbonws staat Volmaking wil bereiken En hoe de Zeeuw niets meerder haat Dan Toor den Treemdling wijken. Dit goud getuigthoe Zeeuwsche grond Voor and'ren niet wil zwichten En hoe men proef op proef bestond Om landbouw Toortelichlen. 'k Verheug mij Toor ons Ellemeet 'k Verheug mij Toor ons Schouwen Jfu ziet men, dat de Zeeuw ook weet, Hoe best het land te bouwen. Komt ziet nudie op Zeeland smaalt Dit zijn de Zeeuwsche boeren; In staat 't is waard dat gij 't Terhaalt Den landbouw opteToeren. Ën gij wiens ij Ter werd beloond In landbouw, lust uws leTens; Gij zijt met eer en goud gekroond, OntTang mijn heilwensch terens.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 230