NA DE LEZING VAN EEN DICHTSTUK, ftSiwiww*!vvvjv^w\T\!<cw^wx^w-¥'^v>v%w:v\?cv?wvv<k:v\:v\wiV?ii\!% WAARIN DE VOORTDURING VAN 's MENSCHEN BESTAAN NA DEN DOOD WERD BETWIJFELD. Bewierookt zanger uwer dagen Met wat vernuft uw lied ook prijk' Ik durf met U me in 't strijdperk wagen, Hoe ?er ik U in kennis wijk'. Neen in wat raadsels ook geweven Niet binnen d'engen grens van 't leven Heeft de Eeuwge 's menschen duur beklemd. Ja juich, o menschdom in uw' waarde! Hij strekt zich verder uitdan de aarde Gij zijt voor de eeuwigheid bestemd. Hoe zou de menschwiens kunstvermogen Geen' grenzen noch verzaden kent, Die d'afstand meet der hemelbogen En 's aardrijks ingewand doorrent; Zou hij die zwangre donderwolken De lava's en des afgronds kolken

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 233