113
en bij gebrek aan do uitmuntende blnschmiddelen en
geregelde voorzorgen van den tegenwoordigen tijd. Van
daardat zulke uitgebreide verwoestingen door het vuur,
t gelijk b.v. het ongelukkig Hamburg dit jaar onderging,
heden ten dage zeer zeldzaam zijn,en alleen het gevolg
van eenen zamenloop van vele bijzondere hoogst on
gunstige omstandigheden, terwijl het oudtijds niet zoo
vreemd was dat steden voor een derde of halfof nog
meer, in de asch gelegd werden. Van zulke geduchte
rampen door brand geeft de geschiedenis onzer Zeeuw-
scho steden verscheidene voorbeelden. Daar ik voor de
plaatsen in het 4." en 5.e district onzer provincie, het
zoogenoemde Z'eeuwsch-Vlaanderen geene bronnen bij
de hand heb terwijl ik deze regelen schrijf, bepaal ik
mij bij de Zeeuwsche eilanden, het oude eigenlijke
Zeeland.
Dcszelfs hoofdstad Middelburgis, volgens Rkigürs-
ef.rg Chronv. ZeelandD1, Cap. 10tweemalen door
zwaren brand geteisterd. De eerste maal «sulcx, dattet
stadthuys op 't welcke veele oude gesten ende secreten
van Zeelandt waren metter westzijde van der stede ver
brande. Ter selver tijdt verbrande het Augustijne Cloos-
ter, met half die stede.» Dit moet in het allerlaatst der
dertiende eeuw geweest zijnwant de zoo even genoemde
Kronijkschrijver zegt,dat de brand van 1492 (waarover
nader) plaats had, «binnen tweehonderd jaren daerna
ofte weynich min.Doch ik heb geene nadere berigten