toren en gevelmuur nog tot in onzen leeftijd op de
Breestraat liebben bestaan, de eerste zelfs voorzien van
uur- en slagwerk.
Naauwelijks was do wonde, dieZierikzee door dezen
brand ontvangen bad eenigzins geheeld of andermaal
werd een derde gedeelte der stad in kolen gelegd.
Inzonderheid trof deze ramp toen de groote of st. Lie-
vens Mousterkerkdie voor dien tijd meer dan waar
schijnlijk met den grooten toren vereenigd was en
daarna ter tusschenruimte van ongeveer 11 Ned. ellen
daarvan afgescheiden bleef. l)e kerk werd herbouwd en
bleef staande lot dat een later brand den 7 October 1832
haar andermaal, maar nu voor altijd vernielde daar de
stevige overblijfselen van dit overheerlijke gebouw sedert
afgebroken zijn. Degcheugeuis van den brand van 1466
is bewaard gebleven in een Latijnschen versregel, waar
uit bleekdat het gebouw op den avond voor het leest
der kerkwijding door don bliksem is in den brand ge
stoken. Men las boven de ijzeren traliën van het raam
der Kerkmeesterskamer naast den ingang van het koor:
Cras Cane terrlbILIs! non possVM. CVrPCadlt Ignis;
bclcekcuende: zing morgen (het lied, beginnende); terri-
bilis. Ik kan niet waarom Hel vuur valt.
Hoe vreesselijk is deze plaatsGen. xivm 17, het begin
van een der liederen die de Koomsche kerk bij feesten van
kerkwijding gebruikt.