122
le Romerswaal in 1520. Onze jaargang ran 1841 heeft
den lezer met de voornaamste lotgevallen dezer voor
malige Zeeuwscke stad bekend gemaaktook met de
rampen, die zij van het vuur en allermeest van het
water had doortestaan. Een lelie brand verteerde er in
het genoemde jaar omtrent 300 huizen, en was als liet
ware het sein tot de geduchte verwoestingsmiddelen,
door welke de natuur haar binnen eenes mcnschen leef
tijd van eeno bloeijendestad tot een onbeduidend plaatsje
maakte. De brand had plaats in de maand Julij de
dag is niet bekend; ook niet de wijze waarop het on
geval ontstond.
Er heerscht eenig verschil van opgave ten aanzien
des tijds van eenen brand, waardoor kort daarna de
stad Zierikzee ten vierden male geteisterd werd. De
Kaktbr de Schrijver in den Tegenwoordigen Staat
van alle Volken (-j-) en anderen noemen 1526de laatste
gelijk ik hem daarin heb gevolgd, den 15 April van
dat jaar.
Uit welke bron men die tijdsbepaling geput hebbe,
weet ik nietmaar weldat Reigersberg de maand Maart
van het jaar 1525 noemt. Deze Kronijkschrijver houdt
zich overal aan eene zeer stipte jaarsbepaling; hij beleefde
Kronijk van Zierikzee, bladz. 39.
j-) ZeelandD. Ibladz. 295.
Zceuwsche Folks-Almanak1838Kalender, April.
f