123
de gebeurtenis in zijnen jongelingstijd (hij was in 1510
geb.) en zijn verhaal verdient, dunkt mij, alzoo alle
geloof. De'brand gold inzonderheid de zoutkeeten,Yan
welke toen aldaar een zeer aanzienlijke getal gevonden
werd. De meesten van deze, ten getale van diep in de
zeventig, werden eene prooi des vuurs, gelijk ook een
gebouwdaar drie roeibarken in lagenbenevens een
zeer aanzienlijke aantal huizen, welker getal Reigers-
behg op vijfentwintig of dertig begroot, hetgeen niet
overeenkomt met een octrooi van Keizer Karei. V, aan
gehaald in den Tegenw. Staat (het octrooi zelf heb ik
niet gezien)alwaar honderdvijfentwintig genoemd
wordt, zoo dat in de genoemde Kronijk eene druk- of
schrijffout zou kunnen zijn ingeslopen. Eene dergelijke
vindt men bij Boxhoriv Chron. v. Zeel.D. Ibladz. 335
art. III, waar de boete door dje van Zierikzeewegens
verscheidene grieven aan Hertog Maximhiaa s vax Eoub-
gokdiex in 1492 te betalen, gezegd wordt vierentwintig
in plaats van vierentwintig duizend Andries guldens
te zijn. De schade, door den brand, van welken wij
spreken, veroorzaakt, bedroeg de voor dien tijd aan
merkelijke som van f 150,000.
Meer dan driehonderd huizen kostte de branddie
den 17 Augustus 1545 te Bromvershaveti uitbarstte.
1 Dezelve ontstond in een pakhuis «daer kameren van
bussen in laghen» hetgeen met waarschijnlijkheid aan
eene uitbarsting van buskruid doet denken.