Niet langer dan negen jaren leed hetof Zetland xag
in deszelfs derde stad (toen was hetbij het bestaan
Tan Romerswaal, de vierde in rang), Goes, de vlam
opgaan. Den 18 Mei 1554 ontstonderen als eenige
jaren vroeger te Zierikzeebrand in eene der zoutkeeten
die destijds eene hoofdnering ook aldaar uitmaakten.
Met snolheid verspreidde zich het vuur over de meeste
dezer trafieken en verwoestte vele huizen buiten de stad.
De felle storm uit het Noord-Oosten joeg de vlammen
stadwaarts; aan blusschen was niet te denkends meeste
zoutkeeten brandden tot den grond too af; het convent
der Kruisbroederen benevens drie vierde van de huizen
der staddeelde in dat lotmet eene overgroote menigte
levensbehoeften en huisraad. Vele burgers verlieten de
verarmde stad. Het scheen geschapendat nog meer
deren dit voorbeeld zouden volgen en indien men geene
krachtige maatregelen van voorziening nam geheel Goes
zou te niet gaan. Do Regering verkreeg van Keizer
Kakel Y eenige kwijtschelding van de erfpacht van
het korenmalen voor drie jarenen van de helft daar
van voor de volgende driejaren; vrijdom tot het daar-
stellen van lijfrenten op de stad, ten einde daaruit het
bouwen van harde (pannen) daken te bevorderenvier
jaren tijds voor de eigenaars der verbrande huizen aan
straten van nering om de erven op nieuw te bebouwen
dubbele termij uen tot betaling van schuldenop de ver
brande huizen gevestigd, met uitstel van twee jaren voor