LXXV. mt zal 2uidelijk halfrond ligge,dan kunnen de waarnemers welde skunde Zon i maar niet el]talljers plaats zlea i docb aangezien daarvan ingaan, do ]engte ell breedte bekend is, zoo komt dit op hetzelfde mieien neder j)e2e waarneming doet drie onderscheidene gegevens behulp Tan eeneu driehoek kennen welks eene punt in de Zon je men do beide andere op de twee plaatsen van waarneming zijn. ml enz ieert de wiskunde, dat, wanneer men in eenen driehoek achten drie d;ngen (pnder welke eeue zijde moet zijn) bekend heeft, en meaj men door berekening het overige kan vinden. In onzen driehoek nu hebbon wij twee hoeken (aan de beide plaatsen van waarneming), en eene zijde (den afstand van de eene plaats van waarneming tot de andere)waaruit men dus de beide andere zijden te wetenden afstand der Zon tot iedere der plaatsen van waarneming kan lecren kennen. Op gelijke wijze berekenen wij den afstand van voorwerpen op aarde, tot welke men niet kan naderen, om er onmiddelijk den afstand door meetroede of ketting van te bepalen. Doch her haalde hoekmetingen en waarnemingen zijn er noodig, om door dit middel cenigzins naauwkeurig den Zonsafstand van de aarde te loeren kennen, want die afstand is zoo verbazend ver, dat de afstand der twee onderstelde waarneemplaatson at twe<op aarde daarbij nagenoeg niets is, en alzoo twee lijnen, inderer dje Tau Terschillende plaatsen der aarde naar de Z0n getrok- en di ken worden bijna evenwijdig aan eikanderen zijn, waarnit ie plaat neminj pijdord lecren zen dei aardoo de mcci rinnei en naa lakkig vraagt emeten vaarvai anderi volgt, dat de hoeken, die wij ondersteld hebben dat gemeten werden, bijna regte hoeken zijn. Wanneer twee waarnemers juist tegen over eikanderen op aarde staanzoodat de volle °1' 'IC middellijn van den aardbol tusschen beiden is de grootst

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1843 | | pagina 87