ixxvii.
hock, de Ouden voorgeslagene manier is aan groote onzekeilieden
k Ter" onderhevig. Want het is moeijelijk zoo niet ondoenlijk op
haalde 5 minuten na den juislen tijd te bepalen wanneer de Maan
it mid->jujst half verlicht schijnten deze onzekerheid doet den Zons-
rre wij afstand een vierde te groot of te klein worden. Enkel dus
id der het gemiddelde tusscheu een overgroot getal waarnemingen
rt, en hon eenige waarschijnlijkheid, maar ook niet meer dan dit,
rooral, geven.
gelijke j)e nieuwere sterrekunde is aan den beroemden Hallzij do
05 Tan aanwijzing verschuldigd van het tot hiertoe als naauwkeurigst
geeft bekende hulpmiddelom den zonsafstand van onze Aarde
te berekenen. De lezer weet, uit hetgeen bladz. xxxvi van
onder-onzen vorigen jaargang gezegd is, dat de voorbijgangen Tan
n deze de planeet Vernis over de zonneschijf eene uitstekende gele
genheid hiertoe aanbieden. Wij kunnen hier de wijze, waarop
van de dit geschiedt, slechts in het algemeen aanduiden. Men kent
lke deden afstand dezer planeet Tan de Aarde op ieder punt harer
delen, loopbaan, en dus ook, wanneer zij over de Zou trekt, met
lijk te genoegzame naauwkeurigheid. Nu spreekt het van zelf, dat
erlicht twee waarnemers, waarvan de een veel zuidelijker slaat,
aar de dan de ander, Fenus niet over hetzelfde gedeelte der zon-
regten'neschijf zien heenschuiven. De noordelijke waarnemer ziet
11 geeft Femes op een zuidelijker gedeelte der Zon, en omgekeerd.
Aarde Het verschil laat zich door den tijd, dien Fenus besteedt,
tot de om van den eenen rand der Zon tot den anderen te geraken
;rt dus zeer naauwkeurig waarnemen, en het is hieruit, dat de
tot de sterrekundigen den afstand der Zon tot de Aarde hebben
Is door weten te berekenen tol eene naauwkeurigheid, die slechts