IjXXXïV.
vendat ook van datgene waarbijzonder hooger wiskunde
de berekening niet kan worden nagegaande wetenschap
meer dan gissingdat zij zekerheid is.
De Zon-opdat wij terugkeeren tot mededeeling Tan het
voornaamste dat van dit hemelligchaara bekend is— wentelt
om hare as in den tijd van 25 dagen, 14 uren en 8 minuten.
Even als bij de aarde en de andere planeten geschiedt die
aswenteling van het Westen naar het Oosten. De noordpool-
iter der Zon is in het midden tusschen onze Poolster en
fUega in de Zier gelegen. De as helt omtrent 82° 40'op het
vlak der ecliptica; de snijpunten Tan deze en van den equator
der Zon vallen in 18° van den Schutteren 18° van de
Tweelingenalzoo in die teekenswaarin de Zon zich met
het einde Tan November en van Mei bevindt. Straks zullen
wjj gelegenheid vinden, hierop terugtekoinen. Behalve deze
aswenteling heeft de Zon meer dan waarschijnlijk nog eene
voortgaande beweginggezamenlijk met haren ganschen stoet
van planeten en kometen, even gelijk JupiterSaturnus
en Uranus met hun gevolg van wachters om de Zon loopen.
Deze voortgaande beweging der Zon is waarschijnlijkwan
neer wij in aanmerking nemen, dat, dewijl de aantrekking
eene algemeene en oorspronkelijk medegedeelde eigenschap
van alle ligchamen is, zoo ook deze zonder twijfel tusschen
de vaste sterren onderling plaats heeft. Wij zien daarvan in
de zoo genoemde dubbele sterren een bewijsen hebben geene
reden om anders te denken dan dat de Zon die een aan
trekkend vermogen uitoefent, wederkeerig ook door andere
kemelligchaaien aangetrokken wordt. Bijaldien nu het hoogst