LXXXV.
ide, onwaarschijnlijke geval geen stand grijptdat de onderschei-
hap dene aantrekkingskrachten eikanderen volmaakt opwegen
en alzoo vernietigen, dan moet eene voortgaande beweging
het der Zon in de ruimte daarvan het gevolg wezen. Ook leert
itelt de hoogere werktuigkunde dat, indien een bol eenenschok
ten. ontvangt, die niet door zijn zwaartepunt gaat, alsdan, ten
die gevolge der ongelijke snelheid der deelen deze bol eene
mol- omwentelende beweging erlangt, te gelijk met voortgang in
en de ruimte. Indien dus de Zon niet in de ruimte des heelals
3 het voortging, zou zij .hetgeen zeer onwaarschijnlijk isin haar
lat0r zwaartepunt eenen schok in eene tegengestelde rigting heb-
ge ben moeten ontvangen. Bij deze theoretische gronden komt
met de waarneming die eene voortgaande beweging der Zon
illen schijnt te bevestigen. De aanteekeningen van latere sterre
den kundigen, vergeleken met die van vroegeren, wijzen aan,
eene datbehalve eene eigene beweging van vele vaste sterren
stoet een algemeen zuidwaarts rukken der sterren is optemerken
mus zoodat ons zonnestelsel naar de andere zijde en wel bepaal-
jpen. delijk naar de westelijke knie van het sterrebeeld Herkales
wan_ (1840, bladz. nv) zou voortloopen. Inderdaad schijnen de
tking sterren in die rigting moer uiteentestaan dan in vorige tijden
schap en «oh aan de tegenovergestelde zijde meer opeentehoopen
schen even als men zulks, op een met boomen beplant veld voortgaan-
>an in de opmerkt Latere waarnemingen zullen hieromtrent echter
geene eerst meerdere zekerheid kunnen geven. Want, ofschoon
aan- ook die sterregelcerden mogen gelijk hebben, die meenen,
indere dat de jaarlijkscke voortbeweging van het zonnestelsel ten
hoogst minste 80 millioenen mijlen bedragede afstand der naaste