LXXV. draagt de groote graauwe plaats, die in het Noord-Oos telijke gedeelte der Maan aanwezig isden naam vau mare imbrium (Regenzeedie welke in het Zuid-Wes- telijko gedeelte ligt, dien van mare serenitatis (Helder heidszee)Zuidelijker dien van mare tranquillitatis (Stiltezeeenz. Men heelt echter laterontdektdat deze plekken uit geene vloeistof kunnen bestaan omdat de zelve geene volkomen gelijke oppervlakte vormen gelijk dan het geval zou moeten zijn; manr insgelijks uit hoogere en lagere plaatsen bestaan gelijk men aan de ongelijke gedaante van de grenslijn der verlichting bespeurd heeft. Nog een ander verschijnsel zijn de vele flaauw ver lichte smalle strependie meestal de donkere plaatsen in alle rigtingen doorsnijden, van welke sommige hier en daar kleine ringbergen bevatten. Deze strepen of bergaderen maken meestal de verbinding uit tusschcn de ringbergen zelveen zijn doorgaans tusscken de 150 en 300 voet hoog, zoodat de meesten alleen bij eenen lagen stand der Zon kunnen onderkend wordendaar hunne schaduw zoo smal isdat dezelve bij hoogeren stand der Zon geheel onzigtbaar wordt. Uit het gansche afgebrokkelde en opgerezene voor komen, dat de Maan aan het gewapende oog aanbiedt, is het ontwijfelbaar, dat dit het gevolg is van gewel dige natuurschokken en omwentelingen. De ambtman Schröter te Lilienthal cn de Hoogleeraar Giuitjiuisek te Münchenhebben in den laatsten tijd de meest naauw-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 87