hevigcn brand werd in den asch gelegd loen werd ook bet Klooster der Kruisbroeders vreeselijk geteisterd, ja! bijna geheel Teruield.(l) Of het toen door deszelfs be woners verlaten zij, durven wij niet, beslissen. In het berigtwaarvan wij vroeger spraken [bladz. 5] wordt het verzekerd, in het tcgenberigt wordt het door de Kloosterbroeders ontkend. (2) Zeker is het, dat het zich niet spoedig herhaalde. Wel is waar, dat de Kloosterlingen in het jaar 1568 een gebouw daarslelden geschikt tot de uitoefening van in een steen vond uitgehouwen. Deze steen is thans niet meer aanwezig: hij stond voor een huis in den Aprelwaar de brand werd gestuit; doch volgens het bijschrift was de brand ontslaan op den 2 Jul ij 1555. Ars hen 1555 heeft ceschreven, Den TWEEDEN JULIJ, VAAT WEL VERSTAND Was de liefde gods van ons alle vebdbevbn. De een benijde den andeb aan alle kant Dos ZIJN WIJ geplaagd het een vbekslijken beand. Misschien hebben ook de fraaije schilderingen in glas, met het jaartal 1555, in het huis aan de oostzijde der markt C, 38, hierop betrekking. Zij verbeelden Job in zijne diepste verne dering, zittende op den aschhoop enz. (1) In den zoo even genoemden brief vindt men monasterium igne combustum et ftrt totum collapsum fuit. (2) In het eerste wordt het Klooster genoemd: vacuumdirutum J. combustum ac desolatum; in het laatste leest men attamen Prior et Convcntus Monasterium non deseruerunt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 102