Zijn opvolger Joiiakhes a Strf.ijes dacht niet evenzoo.
Ofschoon uit het land geweken wilde hij zooveel moge
lijk, de inkomsten,aan zijn Bisschoppelijk bestuur ver
bonden trekken. Vooral die, welke hel Klooster der
Kruisbroeders kon opleveren lokten hem uit. Maar noch
de Kloosterlingen, noch de Stedelijke regering waren
bereid om hieraan den vrijen loop te laten. De eerstge-
noemden wendden zich niet een verzoekschrift aan den
Paus waarin zij behalve de ongegrondheid der redenen
die tot vernietiging des Kloosters geleid hadden tevens
het hooge belang van deszelfs voortdurend bestaan ont
wikkelden. De Kegering der stad, op welker naam dit
verzoekschrift mede was opgesteld wendde zich meteen
dergelijk tolden Elect van Middelburgteneinde de goede
ren van het Cruis Broeders clooster ontslagen werden. 1
Toen zij hierop geen gehoor verwierf en de Bisschop
zekeren Mertesse Keijseb aanstelde tot ontvanger der
inkomsten van het Klooster, beval zij dezen(jeene pen
ningen uit te reikendan bij ordonnantie van deselve
ter lijt en wijlen den Rcligieusen elders voor zien zij. (2)
Een halfjaar later besloot zij, dat men de Cruijcebroe-
ders sal laten (jenieten 't inkomen van haren Convente
naardien H.»- Jab vab' Strijeb Elect *s Bisdoms van
Middelburgdeselve aanvaert hebbende sig is absente- j
(1) Zie de Kleine Notulen van 20 Jun. 1575.
(2) t. a. p. 24 Jul. 1577.