20
Wij moeteu ten slotte nog iets, lioe weinig dan ook,
mededeelon met betrekking tot het inwendige des Kloos
ters. Als gewoonlijk leverde dit gedeelte onzer inzameling
eenen meer schralen oogst.
De orde der Kruisbroederen moge voor zoo veel ons va
derland aangaatniet dien omvang gehad hebben die aan
sommigen der overige kloosterorden te beurt gevallen is
wij zouden toch aarzelen de mcening van zekeren schiij-
ver(l) te volgen die zegtdat er zeer weinige Kloosters
van deze orde in onze landen geweest zijn. Mogt bij van
Zeeland alleen zoo gesproken hebben, dan nog zou hel
moegelijk zijn,een veel grootcr getal van Kloosters van
andere orden uitgenomen die van den 3.en regel van
S.t Fbasciscüs, aan te wijzen, dan van die der Kruis
broeders die behalve te Goes, alleen te S.1 Anna-land
zulk een gosticht bezat. Ziet men echter ook op de overige
gewestendan vindt men molding gemaakt van een zestal
dergelijke gestichten onder bet Bisdom van Utrechtter
wijl het Bisdom sun Leeuwarden twee dergelijke bezat,
en was wel de orde dor Kruisbroeders de eenige in ons
vaderland,die niet meer dan een tiental Kloosters be
woonde? Het laat zich intusschen voldoende verklaren,
van waar het komt, dat deze orde zich niet verder hebbe
uitgebreid, indien men niet uit hel oog verliest, dat zij
van later tijd dagieekent. (2)
(1) D. Kaas, t. a p.
(2) Het Klooster te Huij, waar de Generaal der orde zijn ver-