verkocht men bij het overlijden der moeder al de meube len aan het gesticht loebehoorende (1) en besloot men vijf jaren daarna de goederen van het Snsterhuis van 't St. Agnete Klooster te appliceren aen den armen deser stede. (2) Wij behoeven hij het inwendige des Kloosterlevens zooals het door deze Zusters geleid werd, niet lang stil te staan. De gewone Kloosterverrigtingen waren ook hier te huis en gelijk het zeker is dat de Zusters van S.' Agnes een groot gedeelte van haren tijd aan zieken oppassing binnen haar Klooster-gesticht toewijdden, zoo is het niet onwaarschijnlijk dat zij zoowel als de Zwarte Zus teren lot hetzelfde werk ook bij de ingezetenen derslad nu en dan zullen geroepen zijn. Uit het gezegde ziet men, dat de blaam die den Her vormden wel eens wordt aangewreven, als of, zij bij de Hervorming met eeno aan ongevoeligheid grenzende onverschilligheid,de Kloosterlingen aan hun lot zouden overgelaten hebben, na dezelve van woningen en goede ren te hebben beroofd, geheel bezijden de waarheid is. Men heeft, zooveel doenlijk, voor hun onderhoud zorg gedragen en eerst nadat zij gestorven of op cene andere wijze aan die zorg onttrokken waren, heeft men de Kloosters tot eenigszins gewijzigde bedoelingen gebezigd. Niet tot anderemaar tot eenigszins gewijzigde bedoe- (1) Zie de Stedel. Notulen var» 12 Aug. 1596. (2) Kleine Notulen van 29 Deo. 1601.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 117