stelde merken, en meer en rneer de teekeneu ontdek- de kende Tonden zij, tot hunne groote blijdschap, de plaats, gei waar het geld begraven was. Van de vier plaatsen waar dei dit Terdeeld wasmogten zij er drie ontdekkenen te vonden zich dus in hel bezit gesteld Tan het meereu- be deel der Terborgene som, bedragende over de duizend bij rijksdaalders, waarmede zij, na Teel sukkclens bet zee- de; strand bereikten en Tan daar met de sloop werden af- da gehaald en weder in de bark opgenomen. hu Nu zette men koers naar het eiland Curacao; vak Hoobk vertrok van daar met het schip Sonsbeek naar Ta Zeeland, zeilde met hetzelve, binnen den tijd van TÏjf dii weken de haven van Vlissingen binnen en kwam op he den 4 Februarij 1695 in goeden welstand bij zijne dier- be bare betrekkingen te Middelburg aan. ge Wat het geredde geld betrof, vak Hoobk werd Toor aa zijne moeite en, waarlijk, meer dan men vergen kon, ge met levensgevaar aangewende pogingen lot opsporing ba Tan dit geld zeer weinig belooud. Hij had als in zijne va betrekking van supercargo deswege aansprakelijk, ge- op zorgd dat liet bedrag er van door den schipper en boots- op man van de Curacaoscho bark waren nageteld en deswege lo een bewijsstuk was opgemaakt, en had nu hot genoegen bij zijne komst te Middelburg zijnen meesters te berigten dat hij ruim 1000 rijksdaalders niettegenstaande zoo Teel rampspoed en ongelukToor hunne rekening ge borgen had; doch deze zaak ruchtbaar wordende legden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 174