W1LIEM YAIH RUIYEN,
v* \s* m \sv 'v* \s\ v* vvj
SUaGEMEÏSTEE VAM HAABIiEM
3 MEI 1492.
Versckrikk'lijk waaide de oproervaan
En zette stad en land in vuur
De plundering on moord ving aan:
Men brijzelt kerken kuis en muur,
Bevlekt met bloed alom zijn treden,
En moordt en martelt de Overheden!
o Tijd van ramp van wrok en nijd,
Waarin 's lands welzijn omgewroet.
Gestroopt, geroofd, en wijd en zijd
Gespeeld werd met onschuldig bloed
Hoe zwart staan niet uw euveldaden,
Gegrift in 's lands historiebladen!
Getuig het, muur van Haarlem! meld,
Wat voorviel in uw oude stad!
Hoe 't toomloos oproer en geweld
En orde 011 regt met voeten trad
En zulke daden heeft begonnen
Wel waardig door de hel verzonnen