77 Heeds naakt eon doel van 't vuig gebroed. Het komt met wrok en haat in 't hart, Gespitst op roof, verhit op bloed, En vrolijk slechts bij 's naaslens smart! Het naakt, dringt muur en poorten binnen, En 't gruwlijk schouwspel zal beginnen! Het rukt al voort door straat en plein, Met duivlenblijdschap op 't gelaal; 't Stadhuis zal thans hun schouwplaats zijn, Daar is het offer voor hun' haat! Daar zal hun vuige moordzucht woeden En niemand zal er de onschuld hoeden. Beeds stormt men woest de raadzaal in, Waar 't achtbaar Hoofd der burgerij Zijn kracht besteedt met ziel en zin, Tot nut en heil der maatschappij Waarvoor men nu, tot loon, zijn leven Aan moord en wraakzucht prijs zal geven. «Grijpt aan zoo brult het woest gespuis «Vernielt, vermoordt, verscheurt den hond! Hij koom' niet levend uit dit huis, Maar vind' zijn' dood op dezen grond!» En God men heft dien kreet niet weder, Of stoot het weerloos offer neder!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 179