m Nog is hun' wraakzucht niet voldaan Nog is huu moedwil niet gekoeld: Men Talt op 't zielloos ligchaam aan, Dat men in de ingewanden woelt En onder vloeken, rechten, rukken, Verscheurt en snijdt men 't lijf aan stukken! Men brengt, de gruwel stijgt ten top, Zijn gaë 't gemarteld overschot En voegt er nog dit bijschrift op, Tot meerdering van hoon en spot: «Hier is uw man nu, vrouw vas Reive* »Aan deze boutjes kunt gij kluiven!» Neen, 'k schets de stomme wanhoop niet Der gade, die haar' man beschreit; Hoe zij haar' borst den moorders biedt Neen 'k zwijg van die rampzaligheid: De tijger moet voor menschen zwichten, Waar menschen zulk een' daad verrigten! P. J K. Thomsom.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 180