83
Dan ziet gij eens hem in den hemel weder.
Daar, o mijn kind, daar is 't oneindig goed;
Daar hoort gij weer zijn stem, zoo trouw en teeder,
Daar rust gij weêr aan 't vaderlijk gemoed.
Zou dit alleen u niet ten spoorslag wezen
Om 't pad der deugd met vasten tred te gaan?
'k Meen 't antwoord in uw tranenvloed te lezen
En voel uw hart met sneller slagen slaan.
0 hoor naar mij lokt u de stem der zonde,
Zet zet u dan op vaders stoel ter neer:
Denk daar aan hem, die u de deugd verkondde;
Roep elke les voor uw geheugen weër
Dan zal zijn geest u zegenend omzweven
Hij steunt uw moed en schraagt uw zwakke kracht;
Dan doet het uur van sterven u niet beven
Maar zij uw dood, als die uws vaders, zacht.
jtmsterdam. Fhed. Wijsmak.