87
bijzonder le Middelburg de Zondag weinig in eero werd
gehouden maar tevens dat de wereldlijke Overheid aan
de geestelij ke de hand bood, om deze openbare ergerlijke
misbruiken te weeren. Het schijnt, dat men hierdoor het
voorgestelde doel bereikt heelt. Het is ons niet bekend
dat men laterop Zondag eigenlijke marktdagen gehouden
heeft. In onzen lijd heelt echter de hooge regering noodig
geacht, eene Wet betrekkelijk de viering van zon- en feest
dagen uittevaardigen (1 Maart 1815, Staatsblad n.°21),
welke sedert herhaaldelijk aan de ingezetenen herinnerd
is. Onder dcszelfs bepalingen komt onder anderen voor,
«dat op die dagen geene beroepsbezigheden mogen ver-
rigt worden welke der godsdienst zouden kunnen storen
en geene openbare arbeid zal mogen plaats hebben dan
in geval van noodzakelijkheid met schriftelijke toestem
ming der pdaalselijke regering. Dat, met uitzondering
van geringe eetwaren geene koopwaren hoegenaamd
op markten straten of openbare plaatsen zullen mogen
woiden uitgestald of verkochten dat kooplieden of win
keliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen noch
met opene deuren verkoopen. - Dat geene openbare
vei makel ij kheden opdie dagen zullen gedoogd worden
blijvende het evenwel aan de Plaatselijke besturen vrij
gelaten, hieromtrent eene uitzondering toetestaan, mits
nietdan na het volkomen eindigen van alle godsdienst
oefeningen terwijl op de overtreding daarvan straffen
zijn bepaald.»