1 III. Het volgende is ontleend uit een werk, getiteld «van het begin en voortgangh der Kereenigde Nederlant- sche (jeoctroijeerde Oost-Indische Compagnie(gedrukt 1646). In het 2.e deel komt voor een journael ende verhael antwoord zoodanige bedenkingen en zwarigheden nopens de door den schrijver vooronderstelde voordeelige uitwerkingen van de geheele werktuigelijke inrigting, dat de vraag, daar den schrijver deze bedenkingen, naar de meening des genootschaps, niet voldoende had opgelost, in 1842 is ingetrokken. Tijdens onze vereeniging met Belgie is echter in Gent eene meestoof opgerigt en door vereenigde kracht en toepassing van werktuigkunde en stoom in werking gebragt en aangehouden, tot dat met de scheiding de hooge regten op den uitvoer der racine de voortzetting ondoenlijk maakten. Hoewel de resultaten gunstig waren, zoo wel ten opzigte eener gelijkmatiger; als kos- teloozer bereiding, zoo vond dezelve hier te lande geen bijval, en men schijnt het niet ernstig gemeend te hebben, om zich met die inrigting zelfs bekend te maken. Voor weinige jaren werd er in het 5.e district van Zeeland nog wel eene poging tot betere en goedkoopere bereiding aangewend, doch de kosten en het vooroordeel schijnen den ondernemer te hebben uitgeput en bemoeijelijkt, zoodat ook deze proeve voor de goede zaak ver loren ging. Intusschen verwerkte men, in beide opgenoemde inrigtingen, dat gedeelte der meede onmiddelijk, 'tgeen overi gens en in 31 algemeen nog afzonderlijk door eene nabewerking geschiedt, en bekend is onder den naam van over stampen van muilen^ waardoor men partij heeft weten te trekken van 't geen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 193