92 Tan de 0. I. rcyzegedaeu bij den heer Adrairsel Wijbkasi Schram, uitgevaren met een rloot ran 9 sche pen (1) den 3.n Aug. 1626. Dit journael is gesteld door Seijgert ije Rechteres Toor dezen krankbczoeker op de slootdaarna geweldig geuerad van Overysscl. Men leest aldaar bl. 22: Den 9 May werd een brief ken aen de cajuytsdeur van 't jacht Dergoes geplackt, luydende aldus: Byaldien ghij ons geen meer water wilt geren gelyck wij nu heb ben soo sal ik maken, dat ghij alle sterren sult» wmrorer datelyck groote tumulte in 't schip is ontstseu niet wetende wie 't selre geschreren hadde, en men liet een eyder op 't gansche schip zijn schrift of hanlteyken datelyck schi y ren, (2) maer konden niet te weten komen anders verloren ging, doch door welks overdrijving men het er voor houdt, dat de eigenlijke meehandel is benadeeld. "VVen- schelijk mag het geacht worden, dat de geest van vooruitgang ook tot dit voornaam artikel van Zeelands voortbrengselen spoedig doordringe, dewijl thans slechts, hij wanoogst of orerstrooming buitenlands, onze meekrap der vreemde mededinging weerstaan kan. (1) Hierbij waren drie schepen uit Zeeland: het schip Prins Hendrik en de jagten Soutelande en Dergoes. (2) Men zou hieruit kunnen opmaken, dat ook de mindere man te dier tijde meer in het schrijven en lezen geoefend was, dan men thans wel eens meent, dat toen het geval was. Het hier vermelde handteeken schijnt toch niet slechts een merk geweest

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 194