KJ 93 wie 't selve gliedaen hadde. Do Overheydt Tan 't voorz. jacht syn aen den Admiraal gevarenalwatr den breeden raedt vergadert wert. Soodat er alteartie in de vloole was niet wetende, wat in dese saecke best gedaen soudo wesendes avonts is den Raedt wederom gescheyden ende hebben op 't jacht Dergoes met alle man dien nacht Toor de Constapels kamer, als ook mede over het gheheele schip goede, ende voorsichtige wacht ghehou- den, onder malkanderen niet wetendowie vriendt ofte vyandt was, Dit duerende tot den llen dito des mid- daeghstoen heefter eenen Habme.v Jacobsz. wesende quartiermeester, ten lesten aldus gesproock «Hoort mannen! ick ben do man, die 't brief kon geschreven ende aen de cajuyt geplackt heeft, al soude ick daerotn sterven want beter een korte doodt, dan alle dagen van dorst te sterven want wij hebben maer vier muskens water dos daeghs ende 't is my onmoge- lyck dat ik het lyf daerby houden kan. Op welke woorden hydatolyck in hechtenis of gevangen ghenomeu zijn, maar eene met letteren geschreven' naamteekening, dewijl anders de proef weinig gebaat zou hebben, ten zij ten bewijze dat men niet schrijven kon. Doch dit zal men buiten dien wel geweten hebben. Ons zijn echter stukken uit die dagen voor gekomen, door de meeste schepelingen of contracterenden, met een merk onderteekend. Doch dit geschiedde toen niet, zoo als later en thans. Alle de merkteekenen waren onderscheiden. Ieder had zijn eigene bijzondere signature.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 195