het verzogte octrooi toegestaen; dan hebben die van Middelburgh de zaecke in bedenken gehouden. Men ziet hieruit, dat de stad Goes hare belangen met die Tan het omliggende land gelijkelijk voorstonddoch men zou kunnen vragen, waarom die van Middelburg terwijl die der andere steden het verzoek toestonden, de zaak in bedenken hielden, indien ook in lateien tijd hetniet duidelijk gebleken ware, waarom dit geschiedde. Ook kan men hieruit opmaken, dat te dier tijde de onteigening ten algemceneu nutte reeds bestoudzonder in achtnemen van privaat belang of genoegen alsmede wie ten deze de schadevergoeding bepaalden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 198