102 Gij vraagt mij mijn vriend! of ik u iets weet mede te deelen aangaande de afkomst en de bedrijven van M.r Jacob Vaicke, den beroemde Goessenaar, die uwe belangstelling in zoo hooge mate heeft gaande gemaakt. «Hetgeen Smallegakge bl. 741 van hem schreef,wekt, zegt gij de begeerte op om meer van hem te vernemen doch hetgeen de ia Ree in zijn Staatk. Zeeland hem aangaande berigt, is niet geschikt, om dat verlangen te bevredigen het geeft geen overzigt over 's mans leven »en werken gedurende het zoo gewigtige tijdvak, waarin hij leefde en cene belangrijke rol had te vervullen.» Ik stem het u volkomen toe; maar zoudl gij nu zulk een overzigt van 's mans leven en werken van mij ver langen? dan zou ik waarlijk een boek voor u moeten schrijven. Gij zult u dus met vrij wat minder te vreden moeten stellen; doch, dat mindere zult gij danookont- vaugen voor zoo veel ik het u kan geven opdat gij zien moogt,dat ik u dankbaar beu voor uwe bcinoeijiugcn lot verlevendiging van de nagedachteniseens mansdie zoo veel gedaan heeft voor het dierbaar vaderland en die toch in zijne vaderstad reeds zoo goed als vergeten was geworden. Het zaldit weet ik de nieuwsgierigheid niet bevredigen; maar het zal toch genoeg wezen, om te doen zien, dat de man verdient, dat men zijne ge dachtenis in eere houde. Het geslacht van Valcke was. naar de getuigenis van Suallegasge in zij ue Beschrijving van den Zeeuwschen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 204